歌曲 | Drakendoder |
歌手 | Countess |
专辑 | Heilig Vuur |
下载 | Image LRC TXT |
"De trotse wilde heet ik, een thuis heb ik niet, | |
Ik weet mij een moederloze man; | |
Mij ontbreekt de vader, zoals die mensen hebben, | |
Daarom zwerf ik steeds eenzaam rond." | |
[Fáfnismál 2] | |
Siegfried de Walsing, Siegmund's zoon | |
Afstammeling van de Verschrikkelijke zelf | |
Geboren na de glorieuze dood zijner vader | |
Werd hij geadopteerd door koning Elf | |
Dwerg Regin bracht de jonge edelman groot | |
Hij smeedde opnieuw het gebroken zwaard | |
De dwerg bracht Siegfried al zijn kennis bij | |
Wodan zelve gaf hem Grani tot paard | |
Reeds jong wist hij dat hij slechts kort zou leven | |
Maar zijn volk zou eeuwenlang zijn daden eren | |
Volwassen wreekte hij eerst zijn vaders dood | |
Alvorens zich tot zijn lotsbestemming te keren | |
Met Regin samen reed hij naar de heuvel | |
Waar Fadmir het goud van de Rijn lag te bewaken | |
Een éénogige vreemdeling gaf Siegfried raad | |
Om de draak te verslaan mocht hij niet verzaken | |
Hij velde het ondier met het zwaard van Wodan | |
En bemachtigde de grote schat van de Rijn | |
Het was een glorieuze zege voor de jonge krijger | |
Maar het goud zou hem tenslotte noodlottig zijn |
" De trotse wilde heet ik, een thuis heb ik niet, | |
Ik weet mij een moederloze man | |
Mij ontbreekt de vader, zoals die mensen hebben, | |
Daarom zwerf ik steeds eenzaam rond." | |
Fa fnisma l 2 | |
Siegfried de Walsing, Siegmund' s zoon | |
Afstammeling van de Verschrikkelijke zelf | |
Geboren na de glorieuze dood zijner vader | |
Werd hij geadopteerd door koning Elf | |
Dwerg Regin bracht de jonge edelman groot | |
Hij smeedde opnieuw het gebroken zwaard | |
De dwerg bracht Siegfried al zijn kennis bij | |
Wodan zelve gaf hem Grani tot paard | |
Reeds jong wist hij dat hij slechts kort zou leven | |
Maar zijn volk zou eeuwenlang zijn daden eren | |
Volwassen wreekte hij eerst zijn vaders dood | |
Alvorens zich tot zijn lotsbestemming te keren | |
Met Regin samen reed hij naar de heuvel | |
Waar Fadmir het goud van de Rijn lag te bewaken | |
Een ee nogige vreemdeling gaf Siegfried raad | |
Om de draak te verslaan mocht hij niet verzaken | |
Hij velde het ondier met het zwaard van Wodan | |
En bemachtigde de grote schat van de Rijn | |
Het was een glorieuze zege voor de jonge krijger | |
Maar het goud zou hem tenslotte noodlottig zijn |
" De trotse wilde heet ik, een thuis heb ik niet, | |
Ik weet mij een moederloze man | |
Mij ontbreekt de vader, zoals die mensen hebben, | |
Daarom zwerf ik steeds eenzaam rond." | |
Fá fnismá l 2 | |
Siegfried de Walsing, Siegmund' s zoon | |
Afstammeling van de Verschrikkelijke zelf | |
Geboren na de glorieuze dood zijner vader | |
Werd hij geadopteerd door koning Elf | |
Dwerg Regin bracht de jonge edelman groot | |
Hij smeedde opnieuw het gebroken zwaard | |
De dwerg bracht Siegfried al zijn kennis bij | |
Wodan zelve gaf hem Grani tot paard | |
Reeds jong wist hij dat hij slechts kort zou leven | |
Maar zijn volk zou eeuwenlang zijn daden eren | |
Volwassen wreekte hij eerst zijn vaders dood | |
Alvorens zich tot zijn lotsbestemming te keren | |
Met Regin samen reed hij naar de heuvel | |
Waar Fadmir het goud van de Rijn lag te bewaken | |
Een éé nogige vreemdeling gaf Siegfried raad | |
Om de draak te verslaan mocht hij niet verzaken | |
Hij velde het ondier met het zwaard van Wodan | |
En bemachtigde de grote schat van de Rijn | |
Het was een glorieuze zege voor de jonge krijger | |
Maar het goud zou hem tenslotte noodlottig zijn |