|
In tijden reeds lang vervlogen |
|
Aanbaden wij onze ware goden |
|
Gebroken werd de Romeinse macht |
|
Met moed en eer, met trouw en kracht |
|
Maar door ons koude staal verslagen |
|
Bleven d'indringers ons belagen |
|
Met een vals geloof en zonder gevecht |
|
Onze voorvad'ren alsnog geknecht |
|
Waarlijk, de godenschemering volbracht |
|
Hamer verruild voor kruis, trots voor onmacht |
|
Maar Hij die voor wijsheid een oog heeft gelaten |
|
Wist dat Zijn volk hun goden zouden verlaten |
|
En Hij die doolt wilde hen behoeden voor deze val |
|
Dus brouwden de goden een magische gift in hun hal |
|
Om het oude geloof diep verborgen in hun zielen te bewaren |
|
Ook al zou de Christus heersen, vele en vele jaren |
|
[Chorus:] |
|
De gift der goden |
|
Overleefde de doden |
|
De gift der goden |
|
Weerstond de geboden |
|
Talloze eeuwen gekomen en gegaan |
|
De gift heeft barre tijden doorstaan |
|
Geslacht op geslacht doorgegeven |
|
De verborgen machten zullen leven |
|
Het valse geloof teruggedrongen |
|
Oeroude liederen wederom gezongen |
|
Het heidense vuur zal weer branden |
|
De tempels herrijzen in onze landen |