|
Zondagavond |
|
En het feest dat je gaf is echt voor bij |
|
En wat kan ik anders |
|
Dan denken aan wat jij deed voor mij |
|
De champagne is op |
|
En ik denk wat jij zei bij elk vertrek |
|
Altijd: 'Volgende keer bij ons' |
|
Maar dat klinkt nu ineens zo gek |
|
Kijk me zitten |
|
Er is al bijna een spiegel in het raam |
|
De strijd is gestreden |
|
Niet door mij maar door iemand van mijn naam |
|
En ik denk aan al die mensen |
|
De Nobelprijs voor de vriendschap gaat naar jou |
|
Altijd: 'Volgende keer bij ons' |
|
Ik hoop het echt maar niet te gauw |
|
Laat me drinken |
|
Laat me drinken op het leven |
|
Laat me drinken |
|
Laat me drinken dat ik leef |
|
En laat me drinkend snel vergeten |
|
Wat ik eigenlijk al wist |
|
God heeft zich weer een keer vergist |
|
De donkerder het wordt |
|
Des te meer voel ik je naast me in de ruit |
|
En het sneeuwt alsof ik het moet |
|
Ik moet er echt heel nodig uit |
|
Vannacht zal ik je drinken |
|
En vertellen over jou totdat het wat slijt |
|
En ik huil bij elk glas |
|
Haarlem is zijn koning kwijt |
|
Laat me drinken |
|
Laat me drinken op het leven |
|
Laat me drinken |
|
Laat me drinken dat ik leef |
|
En laat me drinkend snel vergeten |
|
Wat ik eigenlijk al wist |
|
God heeft zich weer een keer vergist |