|
De reien van Brugge ruiken niet meer |
|
Ze zijn al wat minder vuil dan de nacht |
|
Dat was 't enige wat me opviel toen ik |
|
Maria en Marcus wegbracht |
|
Ik reed weg uit Brugge en pikte 'n Engelse |
|
Lifter op die dan maar Rolling Stone las |
|
Hij zal denken wat zijn al die lui hier van |
|
'n Zwartgallig en zwijgzaam ras |
|
Maar ik zal weer mooi witgallig worden |
|
Als je thuiskomt volgende week |
|
M'n zus kwam me even bezoeken |
|
Ze meent dat ik nu zowat hulpeloos ben |
|
Maar ik toonde haar met m'n menukaart |
|
Hoe geweldig ik mezelf verwen |
|
Karel en Jan zijn hier ook al geweest |
|
Ze bleven niet lang en ze zegden niet veel |
|
Ik begon aan m'n chile con carne |
|
En ik kreeg geen brok door m'n keel |
|
Maar de droge haring zal weer smaken |
|
Als je thuiskomt volgende week |
|
Noch Newman noch Bach kan me boeien |
|
Ik heb nog geen enkel stom liedje gemaakt |
|
Nog altijd eet ik chile con carne |
|
En ik heb al wat flessen gekraakt |
|
Ik snuffel in Brusselse kroegen naar vrienden |
|
Ik praat, ik luister, ik drink en ik weet |
|
Dat ik straks weer moeilijk zal slapen |
|
Het bed is te koud en te breed |
|
Maar het zal weer warm zijn en smaller |
|
Als je thuiskomt volgende week |