De muziek is mooi maar amper hoorbaar | |
want een stoorzender is aangezet | |
de muziek is nieuw en onomkeerbaar | |
van verre zingend naast me in mijn bed | |
Hoe meer de zender kraakt, hoe meer hij mij zal raken | |
hoe meer de speaker kraakt, hoe meer mijn hart verzacht | |
en dan – helder voor een tel – de klank van alle nachten | |
en dan – hoorbaar in de ruis – de song van mijn gedachten | |
De muziek is mooi en onvoorspelbaar | |
grillig ritme dat je hart beheerst | |
de muziek is mooi en vreemd als leven | |
van al mijn helden heb ik dit geleerd |
De muziek is mooi maar amper hoorbaar | |
want een stoorzender is aangezet | |
de muziek is nieuw en onomkeerbaar | |
van verre zingend naast me in mijn bed | |
Hoe meer de zender kraakt, hoe meer hij mij zal raken | |
hoe meer de speaker kraakt, hoe meer mijn hart verzacht | |
en dan helder voor een tel de klank van alle nachten | |
en dan hoorbaar in de ruis de song van mijn gedachten | |
De muziek is mooi en onvoorspelbaar | |
grillig ritme dat je hart beheerst | |
de muziek is mooi en vreemd als leven | |
van al mijn helden heb ik dit geleerd |
De muziek is mooi maar amper hoorbaar | |
want een stoorzender is aangezet | |
de muziek is nieuw en onomkeerbaar | |
van verre zingend naast me in mijn bed | |
Hoe meer de zender kraakt, hoe meer hij mij zal raken | |
hoe meer de speaker kraakt, hoe meer mijn hart verzacht | |
en dan helder voor een tel de klank van alle nachten | |
en dan hoorbaar in de ruis de song van mijn gedachten | |
De muziek is mooi en onvoorspelbaar | |
grillig ritme dat je hart beheerst | |
de muziek is mooi en vreemd als leven | |
van al mijn helden heb ik dit geleerd |