|
Daar gaat ze |
|
En zoveel schoonheid heb ik nooit verdiend |
|
Daar staat ze |
|
En zoveel gratie heb ik nooit gezien |
|
Soms praat ze |
|
Terwijl ze slapend met m'n kussen speelt |
|
Ik laat ze |
|
Zolang ze maar met mij m'n lakens deelt |
|
En zelfs de hoeders van de wet |
|
Kijken minzaam als ze fout parkeert |
|
En zelfs de flikken hebben pret |
|
Als ze sensueel voorbij marcheert |
|
Ongegeneerd |
|
Ik weet wel |
|
Dat zij waarschijnlijk niet lang bij me blijft |
|
Ik weet wel |
|
Dat zij met anderen haar tijd verdrijft |
|
Zij heeft soms |
|
Geheimen waar ik liever niets van weet |
|
Zij zweeft soms |
|
En droomt zodat ze soms ook mij vergeet |
|
En zelfs de hoeders van de kerk |
|
Kijken minzaam op haar schoonheid neer |
|
De bisschop zegt: dit is Gods werk |
|
Buigt z'n grijze hoofd en dankt de Heer |
|
Nog eens een keer |
|
Dank u, meneer |
|
Zij heeft soms |
|
Geheimen waar ik liever niets van weet |
|
Zij zweeft soms |
|
En droomt zodat ze soms ook mij vergeet |
|
En zelfs de hoeders van dit land |
|
Zouden liever in m'n schoenen staan |
|
Ja, de premier dingt naar haar hand |
|
En biedt mij zijn portefeuille aan |
|
Maar ik denk er niet aan |
|
Loop naar de maan |
|
Daar gaat ze |
|
Daar staat ze |