|
Ik zing hier alleen maar woorden |
|
Stomme letters op een rij |
|
En of ik ze schreeuw of fluister |
|
Ze zullen altijd een beschrijving zijn |
|
En met hoeveel letters schrijf je pijn |
|
Met hoeveel zinnen maak je vrijheid |
|
In welke letters schuilt verraad |
|
Met welke woorden pleeg je moorden |
|
Hoe beschrijf je haat |
|
Hoe schrijf je de lucht van lijken |
|
Het geluid van luchtalarm |
|
En welke letters hebben honger |
|
Hoe beschrijf je arm |
|
Het blijven alsmaar stomme woorden |
|
Ik gebruik er een heleboel |
|
Maar al bal ik beide vuisten |
|
Ze dekken nooit wat ik bedoel |
|
Hoeveel letters heeft gevoel |
|
En de moeders lopen rond het plein |
|
Vragen zich af waar hun mannen en kinderen zijn |
|
En ik, ik zing mijn stomme woorden |
|
Netjes op een rij |
|
En al herhaal ik ze duizend malen |
|
Ze zullen altijd een leugen zijn |
|
Want in welke letters zit pijn |
|
Met welke woorden vang je angst |
|
De vlucht vanuit je land |
|
En welke letters hebben heimwee |
|
Die je niet beschrijven kan |
|
Dus ik zing stom mijn mooie woorden |
|
In de maat en keurig op rijm |
|
En al herhaal ik ze duizend malen |
|
Ik zal altijd een leugenaar zijn |
|
Want ik ken de woorden |
|
Maar ze kennen geen pijn... |