|
ze lag te slapen, 'k vroeg haar gisteravond, |
|
wacht op mij |
|
misschien ben ik vanavond, vroeger vrij, |
|
ze knikte wel van ja, maar zij kent mij |
|
nu sta ik voor je, ik ben weer blijven hangen in de kroeg |
|
zo'n nacht ze weet t, heb ik nooit genoeg, |
|
hoe was het, |
|
dat was alles wat ze vroeg (wat ze vroeg) |
|
want zij gelooft in mij, zij ziet toekomst in ons allebei, |
|
zij vraagt nooit maak je voor mij eens vrij, |
|
want ze weet, dit gaat voorbij, |
|
ik schrijf mijn eigen lied tot dat iemand mij ontdekt en ziet, |
|
dat een ieder van mijn songs geniet, ze vertrouwd op mij, |
|
ze gelooft in mij |
|
ik zou wachten, |
|
tot dat de tijd dat ieder mij herkent, |
|
en dat je trots kan zijn op je eigen vent, |
|
op straat zullen ze zeggen die Hazes is bekend, |
|
zolang we dromen, van geluk |
|
dat ergens op ons wacht, |
|
dan vergeet je snel weer deze nacht |
|
zij vertrouwd op mij, dat is mijn kracht, oh mijn kracht |
|
refrein. |