|
Met men hart op men tong |
|
het hart in de keel |
|
zing ik voor jou |
|
als ik wist waar je stond |
|
liep ik zo hard als ik kon recht naar jou |
|
maar ik sta aan de grond |
|
ik sta genageld en stom |
|
want wij tweeen ik dacht dat het kon |
|
ik mis je zo |
|
ik heb er geen woorden voor |
|
ik mis je zo |
|
omdat ik je stem nog hoor |
|
als het mocht en het kon |
|
draai ik de klok waar ze stond |
|
terug naar jou |
|
en als je rilt van de kou |
|
en er staat niemand naast jou |
|
volg je hart want het schreeuwt om mijn naam |
|
ik mis je zo |
|
ik heb er geen woorden voor |
|
ik mis je zo |
|
omdat ik je stem nog hoor |
|
zolang die stem in mijn achterhoofd spookt |
|
zal ik er altijd voor je zijn |
|
ik mis je zo |
|
ik heb er geen woorden voor |
|
ik mis je zo |
|
omdat ik je stem nog hoor |
|
ik heb er geen woorden voor |
|
zolang die stem in mijn achterhoofd spookt |
|
zal ik er altijd voor je zijn |